Gezondheid
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Uitslagen
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Laatste update: 25-02-2021
Privacyverklaring AVG mei 2018 NSDTRCN

 |
|
DM (Degeneratieve Myelopathie)
Degeneratieve Myelopathie Degeneratieve
Myelopathie is een fatale progressieve neurologische aandoening van het
ruggenmerg bij honden, vergelijkbaar met multiple sclerose bij mensen. Honden
met Degeneratieve Myelopathie beginnen meetal tekenen van de ziekte te vertonen
rond de 7-8 jaar, maar sommige vertonen pas symptomen als ze veel ouder zijn
rond 15 jaar oud. Vanaf de eerste tekenen tot het einde verloopt meestal 6 tot
18 maanden.
Symptomen Degeneratieve Myelopathie begint met zwakte en
coördinatieverlies in de achterste ledematen. Eerst één poot en later de
andere poot. De hond gaat slepen en waggelen met de achterpoten en struikelen.
De nagels slijten en beschadiging van de poot kunnen volgen, waarna mogelijk
infecties kunnen optreden. Later, als de verlamming verergert, valt de hond om,
vooral op een gladde ondergrond. Lopen wordt steeds moeilijker. Een hond in
goede conditie kan echter nog wel rennen (zolang de tweede poot nog bruikbaar
is). Incontinentie betekent meestal dat het einde nabij is. Uiteindelijk worden
de vitale organen aangetast. Het verloop van de ziekte is afhankelijk van de
fysieke conditie en omgevingsfactoren.
Oorzaak In het ruggenmerg lopen
de zenuwbanen welke de spieren aansturen. Deze zenuwen liggen in bundels
gegroepeerd in de zogenoemde "witte stof". Deze witte stof wordt aangetast, de
isolatie (myeline) van de zenuwen verdwijnt en de zenuwen sterven af, waardoor
de aansturing van de spieren steeds minder wordt.
Diagnose De
diagnose gebeurd door middel van eliminatie. Er kunnen meerdere oorzaken zijn
voor de uiterlijke kentekenen van Degeneratieve Myelopathie, zoals onder andere
Hernia, Spondylose, Tumor, Cyste, infecties of hartaanval. Er kan een EMG,
CT-scan en/of MRI-scan worden gemaakt. Geeft dit geen resultaat, dan wordt de
waarschijnlijkheids diagnose Degeneratieve Myelopathie gesteld. De definitieve diagnose is slechts
mogelijk door middel van een autopsie.
Behandeling Er bestaat geen
behandeling welke Degeneratieve Myelopathie tot staan brengt. Echter, soms is
het mogelijk de ziekte te vertragen. De verschillende behandelingen welke op het
Internet worden aanbevolen zijn zonder wetenschappelijk gemeten resultaat.
Training bevordert de spieropbouw van de nog bruikbare spieren, waardoor de hond
langer mobiel blijft. Aanbevolen training is, bijvoorbeeld wandelen (niet
slenteren) en zwemmen. Uiteindelijk laat de levenskwaliteit van de hond te
wensen over en rest niets anders dan euthanasie.
Welke rassen zijn bekend
met de aandoening Degeneratieve Myelopathie was tot voor kort geen aandoening
die met de Toller werd geassocieerd. De aandoening werd in 1973 voor het eerst
ontdekt en omschreven bij de Duitse Herder en wordt ook gezien bij de Boxer, de
Chesapeake Bay Retriever, de Welsh Corgi Pembroke, Saarloos Wolfhonden en de
Rhodesian Ridgeback. Tegenwoordig is een genetische risicofactor voor het
ontwikkelen van Degeneratieve Myelopathie bij veel meer rassen aangetoond.
Waaronder ook rassen die mogelijk de basis hebben gevormd van de Toller. Collie,
Labrador Retriever, Ierse Setter. Sinds eind 2009 is deze genetische
risicofactor ook aangetoond bij de Toller in combinatie met klinische klachten.
Degeneratieve Myelopathie DNA-Test Bij Degeneratieve Myelopathie
is er een herkenbaar ziekteproces dat bestudeerd kan worden en in post-mortem
monsters werd dit op de juiste manier in verband gebracht met de genetische
marker. In 2007 verscheen een onderzoeksrapport waarin de erfelijke
informatie voor Degeneratieve Myelopathie duidelijk werd omschreven. Uit een
nadere studie bleek dat veranderingen in het *SOD1 gen geassocieerd konden
worden met Degeneratieve Myelopathie. Dit komt ook voor bij de ziekte ALS
bij mensen. Uit verzameld en onderzocht menselijk en dierlijk weefsel, blijkt
dat Degeneratieve Myelopathie de dierlijke vorm van ALS is. De genetische
marker *SOD1 vormt een belangrijk risicofactor voor het ontwikkelen van
Degeneratieve Myelopathie en werd ontdekt in meerdere hondenrassen het is
geïdentificeerd als autosomaal recessief en wordt omschreven met A/A: loopt
risico, A/N: drager en N/N: normaal.
Andere gerelateerde of naast elkaar
bestaande genetische markers, die het begin van de ziekte kunnen beïnvloeden,
heeft men nog niet kunnen vinden, maar er wordt in diverse laboratoria nog
steeds onderzoek naar gedaan. Dit verandert echter niets aan de nauwkeurigheid
van de bekende genetische marker en zijn link naar de menselijke marker voor
ALS.
Mogelijke ziekteprocessen die van invloed kunnen zijn op het begin
van Degeneratieve Myelopathie kunnen onder andere auto-immuun problemen zijn,
waarvan bekend is dat ze invloed hebben op de vitamineopname en de zenuwfuncties, zoals aandoeningen van de Pancreas, ziekte van Addison, ziekte
van Cushing en Hypothyreoïdie. Men werkt nog altijd aan de identificatie van
genetische markers voor deze aandoeningen. Er moet dus nog meer gedaan worden om
te onderzoeken of deze markers een rol spelen bij het begin van de klinische
verschijnselen van Degeneratieve Myelopathie.
Via de Amerikaanse OFA
(Orthopedic Foundation for Animals) kwam er in mei 2008 voor alle rassen een
DNA-test voor deze genetische marker beschikbaar. De test wordt tegenwoordig ook
door andere laboratoria in Europa aangeboden.
In een aantal onderzochte
rassen zijn honden met testresultaten N/A en N/N nooit bewezen lijder van
Degeneratieve Myelopathie bevonden. Alle honden met Degeneratieve Myelopathie
hadden het A/A testresultaat. Toch zijn er veel honden met een A/A testresultaat
die geen klinische symptomen van Degeneratieve Myelopathie hebben. Honden met
Degeneratieve Myelopathie beginnen meestal tekenen van de ziekte te vertonen
rond de 8 jaar, maar sommige vertonen pas symptomen als ze veel ouder zijn rond
15 jaar oud. Dus een aantal van de honden die als A/A zijn getest zijn nu
"normaal" maar kunnen nog steeds tekenen van Degeneratieve Myelopathie
ontwikkelen als ze ouder worden. Er zijn enkele honden van 15 jaar oud getest
als A/A die geen klinische symptomen van Degeneratieve Myelopathie vertoonde.
Helaas, op dit punt is er nog geen goede schatting te maken van hoeveel procent
van de honden met de A/A testresultaat Degeneratieve Myelopathie zal ontwikkelen
binnen hun levensduur. Bij de Nova Scotia Duck Tolling Retriever is er één geval
bekend waarbij de diagnose Degeneratieve Myelopathie is gesteld op basis van
klinische klachten en waarbij het testresultaat N/A is gebleken.
Samenvatting Honden die N/A of N/N zijn getest zullen zeer onwaarschijnlijk
Degeneratieve Myelopathie ontwikkelen. Honden met test-resultaat A/A hebben veel
meer kans om Degeneratieve Myelopathie te ontwikkelen. Het onderzoek zal
zich nu concentreren op hoeveel A/A geteste honden kunnen overleven tot op hoge
leeftijd zonder de ontwikkeling van Degeneratieve Myelopathie en waarom. Tevens
wordt onderzocht waarom ook honden met test-resultaat N/A klinische symptomen
kunnen ontwikkelen.
Mogelijk ontstaat er bezorgdheid over het feit dat
nieuwe testen voor de fokkers aanleiding zal zijn om honden, die drager zijn of
risicovol, uit hun fokprogramma te mijden. Dit kan ook leiden tot het verlies
van kwalitatief goede honden en een onnodige verkleining van de genenpool.
Op dit moment moet nog onderzocht worden hoe vaak het mutant bij de Toller
voorkomt en welke waarde wij hieraan moeten hechten. Dit kan alleen door het
uitwisselen van informatie en door meer honden te testen. In plaats van "blind"
te fokken, hebben we beschikking over een DNA-test die combinaties tussen
genetische dragers en het produceren van genetische lijders voorkomt. De
DNA-test, zoals die er nu ligt voor Degeneratieve Myelopathie, biedt een
mogelijkheid voor een betere toekomst voor de fokkers op de lange termijn.
Zie ook...
Uitslagen DM test
Er wordt fokkers aangeraden rekening te houden met de
Degeneratieve Myelopathie testresultaten in fokcombinaties, maar zij moeten niet
te veel nadruk leggen op deze testresultaten. Het testresultaat is één factor
van de vele, in een evenwichtig fokprogramma. |
*Superoxide dismutase-1
(SOD1)
Rassen waarbij volgens de OFA het SOD1 mutant is aangetoond
Alaskan Malamute American Bulldog
American Eskimo Dog American Water Spaniel Australian Kelpie
Australian Shepherd Belgian Sheepdog Bernese Mountain Dog
Bloodhound Border Collie Border Terrier |
|
Borzoi Boxer Canaan Cardigan Welsh
Corgi Cavalier King Charles Spaniel Chesapeake Bay Retriever
Chow Chow Cocker Spaniel Collie French Bulldog German
Shepherd Dog Hovawart |
|
Irish Setter Kerry Blue Terrier King
Shepherd Kuvasz Labrador Retriever Mastiff Miniature
Schnauzer Newfoundland Pembroke Welsh Corgi Poodle Pug
Puli |
|
Rhodesian Ridgeback Rottweiler
Shetland Sheepdog Shih Tzu Shiloh Shepherd Staffordshire
Bull Terrier Standard Schnauzer White Shepherd |
|