Gezondheid
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Uitslagen
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Laatste update: 25-02-2021
Privacyverklaring AVG mei 2018 NSDTRCN

 |
|
Hypothyreoïdie
Hypothyreoïdie is simpel gezegd een onvoldoende werkende
schildklier. De schildklier is een klein orgaan in het halsgebied, onder het
strottenhoofd tegen de luchtpijp. De schildklier produceert thyroxine of te wel
het schildklier hormoon T4. Thyroxine zorgt ervoor dat de stofwisseling in het
lichaam goed verloopt. Bij een te traag werkende schildklier is dus ook de
stofwisseling te laag en dat veroorzaakt klachten. Vaak komt bij een hond een
te traag werkende schildklier tot uiting op middelbare leeftijd, tussen de twee
en 6 jaar. Hoewel het ook wel eens voorkomt als de hond jonger of juist ouder
is. Het wordt meer gezien bij de grotere rassen dan bij kleine rassen.
Klachten Klachten die zouden kunnen wijzen op een schildklier afwijking zijn: -
sloomheid - mogelijk een lage hartslag - snel dik worden, zelfs met heel
weinig eten niet kunnen afvallen - vachtproblemen zoals jeuk, kaalheid,
schilfers, verliezen van ondervacht - kreupelheid - droevige uitdrukking
door hangende oogleden en vochtophoping onder de huid - trage sjokken de gang
tijdens wandelen - vaker gaan liggen op warmere plekken en snel koud
De werking van de schildklier wordt geregeld door een gebied in de hersenen, dat
gebied heet hypofyse. In de hypofyse wordt Thyroid Stimulating Hormone, ook
wel TSH genoemd, geproduceerd. In het Nederlands is dit dus Schildklier
Stimulerend Hormoon. Als de thyroxine in het lichaam te laag is maakt de
hypofyse dus meer TSH aan om te zorgen dat de waarde van de thyroxine weer op
pijl komt.
Verschillende vormen Er zijn twee vormen
van hypothyreoïdie
- Primaire
hypothyreoïdie, komt het meest voor. Hierbij zit het probleem in de
schildklier zelf. Bij bloedonderzoek zien ze dan een verlaagd thyroxine
gehalte en een verhoogd TSH gehalte.
- Secundaire hypothyreoïdie, is zeer
zeldzaam. Hierbij ligt de oorzaak in de hersenen. Meestal hebben deze honden
een tumor in de hypofyse, deze honden kunnen dan ook lijden aan de ziekte van
Cushing. Bij bloedonderzoek zien ze dan een verlaagd thyroxine gehalte en een
verlaagd TSH gehalte.
Diagnose Hoe wordt de diagnose
gesteld voor hypothyreoïdie?
- Bloedonderzoek In meeste gevallen is een bloedonderzoek al voldoende om
te bepalen of de hond een hypothyreoïdie heeft. Er wordt gekeken naar de waarde
van de T4 en TSH, als de waarde van de T4 laag is en de TSH hoog dan kan men
spreken van een primaire hypothyreoïdie. Als de waarde van de T4 en de TSH
beide laag zijn dan spreekt met van een secundaire hypothyreoïdie.
- Schildklierscan In sommige gevallen is alleen bloedonderzoek niet voldoende
en kan men een scan laten maken van de schildklier. Hierbij wordt gebruikt
gemaakt van radio-actief jodium. Dit wordt ingespoten in de bloedbaan. Bij een
gezonde schildklier zullen de cellen de jodium opnemen uit het bloed. En er
dan schildklier hormoon van produceren. Bij honden met een hypothyreoïdie
gebeurt dit bijna niet of helemaal niet. Tijdens de scan zal dan ook de
schildklier niet of nauwelijks te zien zijn.
Behandeling van
hypothyreoïdie Honden waarbij hypothyreoidie is vast gesteld zullen hun
hele levenslang tabletten moeten slikken. Dit zijn tabletten met het
synthetische schildklierhormoon. Of te wel L- thyroxine. Ze beginnen altijd
met een basis dosering die bepaald wordt aan de hand van het gewicht van de
hond. Het is dan verstandig om na 4 tot 8 weken opnieuw bloed te laten
prikken. En naar aanleiding van die uitslag kan bepaald worden of de hond
meer of minder tabletten nodig heeft. Vaak ziet men zelf bij de hond na een
paar weken al verbetering, echter compleet herstel duurt vaak 3 tot 9 maanden.
Huidklachten kunnen wel verergeren in de eerste weken van de behandeling.
De hond zal bij een primaire hypothyreoïdie vaak weer helemaal de oude
worden, mits ze levenslang de tabletten krijgen. Bij een secundaire
hypothyreoïdie is het wat moeilijker te zeggen. Hierbij spelen meerdere
factoren een rol zoals de mogelijke aanwezigheid van de ziekte van Cushing en de
snelheid waarmee de tumor in de hypofyse groeit. |